Lieve Josefien,
| Spanje, 5 december 2012 |
Sint heeft af en toe met jou te doen
En niet om wat je krijgt in je schoen
Maar om die rare hobbies van jouw gezin
Want daar zit je dan maar midden in.
Als de een achter een naald aan rent
Terwijl hij een verfrommelde kaart verkent;
En de ander in een bos loopt te wroeten
Waar kennelijk iets liggen zou moeten:
Zoekt hij een kokertje van een paar centimeter;
Hij denkt het niet, hij weet het zeker.
En de derde loopt de halve nacht
Te puzzelen uit alle macht
Omdat iemand een Rotstreek heeft geleverd
En wordt er heel wat af gezeverd
Tot hij, Getikt en Stapelgek,
Doordraait omdat niemand lekt.
Jij daarentegen weet wel beter:
Van al dat puzzelen schiet je geen meter
Op, en –zo heb je inmiddels geleerd–
Wordt je alleen maar gefrustreerd.
Je kan beter een boek er bij pakken
Want dat is voorzien van alle gemakken:
Elk opgeworpen en uitgesteld raadsel
Komt uiteindelijk via een stelsel
Van ontknopingen en explicaties,
Langs veri- danwel falsificaties,
Tot een sluitend einde aan het slot
En afgerond is het genot.
En als er dan nog vragen rijzen
Blijkt de epiloog te verwijzen
Naar wat je kennelijk had gemist
Of onbewust al die tijd al wist.
Kortom, van het lezen is de lust
Die er van uit gaat juist de rust.
En omdat alles hedentendagen
Elektronisch is opgeslagen,
En je complete boekenkast
Op een geheugenkaartje past
Is ook de papieren kaft
In jouw geval schijnbaar afgeschaft.
Maar dat onderdeel had een doel:
Het is vooral het gevoel,
En aangezicht van het boek.
Juist daarom ging de Sint op zoek
En vond hij voor jouw als cadeau
Deze e-book cover, die je zo
Om het readertje heen flapt
Nadat je uit de printer hebt getapt
Een uitdraai van de originele kaft
Zodat, wanneer je het boek weg legt,
Deze niet te onderscheiden is van ’t echt.
Maar om het familiegevoel te beleven
En je toch een puzzel mee te geven,
Of je daar nu wel of niet van houdt:
Volgend jaar ben jij twee keer zo oud
als jouw schoonzus was toen jouw leeftijd evenveel
bedroeg als die van Annemiek momenteel.
Denk daar maar eens over na,
En verdeel de letters van chocola,
Want iedereen is van het lezen vast moe
En wel aan een lekker hapje toe.
En al krijg jij van lezen nooit genoeg,
’t Werd tijd dat jij dit gedicht dicht sloeg.
_____ Liefs van alle Pietjes _____